woensdag 27 december 2023

Flaes' windvoorziening


In literatuur is te lezen dat de firma Flaes & Brünjes in 1866 voor het eerst een magazijnbalg toepast als windvoorziening voor orgels. De traditionele spaanbalgen zouden vanaf dat moment verleden tijd zijn. Dit blijkt genuanceerder te liggen. 

De eerste magazijnbalg in Nederland
Reeds in 1844 (het bedrijf bestaat amper 2 jaar) werkt Flaes & Brünjes aan een magazijnbalg, zij het dat dit vermoedelijk niet hun eigen keuze is. Ze hebben opdracht gekregen om het Quellhorst-orgel in de Hervormde Kerk in Krommenie te voltooien. Dit orgel heeft meerdere noviteiten, waaronder "eene vierkant opgaande blaasbalg", waarmee een magazijnbalg wordt bedoeld. Het klankbeeld van orgels wordt grondtoniger, veroorzaakt door intonatie en het disponeren van meer achtvoetsregisters. Er is dan ook meer windcapaciteit nodig, waarvoor de traditionele spaanbalgen niet toereikend zijn. Orgelmaker Quellhorst, die deze noviteit in Krommenie wil toepassen, is echter met de noorderzon vertrokken. Die moderne magazijnbalg geeft Flaes & Brünjes wel wat hoofdbrekers want deze maakt erg veel bijgeluid. Orgeladviseur J.D. Brachthuizer komt erbij en gezamenlijk weten ze de zaak naar tevredenheid te laten functioneren. Eind februari 1844 wordt het Quellhorst/Flaes & Brünjes-orgel opgeleverd en op 17 maart klinkt de "zuiveren en krachtigen toon" voor het eerst door de Krommenieër kerk.

Het Quellhorst/Flaes & Brünjes-orgel (1844) met de eerste magazijnbalg van Nederland. 
© Kerken in Beeld, Rijksuniversiteit Groningen.

Het feit dat Van Eck stelt dat firma J. Bätz in 1848 als eerste orgelmaker in Nederland een magazijnbalg levert (Eck, T. van. Vernieuwingen in de orgelbouw. In: Het Historische Orgel in Nederland, deel 9), is dus niet correct. Het is Quellhorst geweest, waarbij Flaes & Brünjes de "eer" hebben gehad deze goed te laten functioneren!

Magazijnbalgen bij kabinetorgels
Als Flaes & Brünjes in 1852 het kabinetorgel herstelt van het Evangelisch Diaconieweeshuis aan de Nieuwe Keizersgracht in Amsterdam (De Wittenberg), wordt de dispositie uitgebreid met een Bourdon 16vt en Prestant 8vt discant. Hiervoor wordt het orgel voorzien van een magazijnbalg. Dit is voor zover ik nu weet de eerste keer dat Flaes zelf een magazijnbalg toepast. In 1858 plaatst het bedrijf het 18e-eeuwse orgel van de Hersteld Evangelisch Lutherse gemeente in Medemblik over van het oude kerkgebouw naar het nieuwe. De klaviatuur wordt naar de zijkant verplaatst, het front wordt verbreed, er vindt een enkele dispositiewijziging plaats en ook hier verdwijnen de spaanbalgen ten gunste van een magazijnbalg. 

De eerste magazijnbalgen bij nieuwe orgels, 1862-1866
In 1862 bouwt Flaes & Brünjes voor de Remonstrantse gemeente Amsterdam (in schuilkerk De Rode Hoed) een nieuw orgel in de bestaande kas. Wellicht vanwege de beperkte ruimte krijgt dit instrument een "horisontaal opgaande" blaasbalg.

Fragment uit het contract voor het orgel in de Remonstrantse Kerk in Amsterdam (1862)


In diezelfde tijd wordt er gewerkt aan een orgel voor de Oostzijderkerk in Zaandam. Hier biedt de toren voldoende ruimte voor vier traditionele spaanbalgen.

De vier spaanbalgen in de Oostzijderkerk in Zaandam (1863), de onderste "voet"-matig gevuld.

Een vrijwel identiek orgel als in Zaandam wordt kort erna opgeleverd in de Remonstrantse Kerk in Den Haag. Blijkbaar is daar niet voldoende ruimte voor een klassieke windvoorziening; dat orgel krijgt als tweede nieuwe instrument een magazijnbalg.

De oudst bewaard gebleven magazijnbalg bij een nieuw orgel van Flaes & Brünjes, nu in kerkgebouw De Zaaier in Harderwijk (Den Haag, Remonstrantse Kerk, 1864).


De magazijnbalg in De Rode Hoed is in 1909 vervangen. De magazijnbalg uit 1864 te Den Haag is behouden gebleven, ondanks ingrijpende wijzigingen aan dit instrument. Bij herplaatsing in kerkgebouw De Zaaier in Harderwijk is deze balg gehandhaafd. Waarmee dit de oudst bewaard gebleven magazijnbalg is die de firma Flaes & Brünjes bij een nieuw orgel toepaste. De originele trapinstallatie is er helaas niet meer.

Afscheid van spaanbalgen per 1867
Ook bij het orgel dat in februari 1865 in Wormer in gebruik wordt genomen, komt ook een moderne magazijnbalg. Deze krijgt een plaats buiten het orgel, want deze kan niet onder de windlade in de orgelkas, vanwege de beperkte hoogte van het kerkdak. 

De magazijnbalg in Wormerveer (1865).

Van de Oudezijdskapel in Amsterdam (zomer 1865) weten we het type windvoorziening niet, maar bij de orgels die Flaes & Brünjes vervolgens bouwt, komen weer spaanbalgen: Ouderkerk aan de Amstel (december 1865), Kwadijk (1866) en de Doopsgezinde Kerk in Alkmaar (december 1866).

Deels verscholen achter opgestapelde stoelen de trapinrichting bij de spaanbalgen in Kwadijk (1866).

Het instrument dat Flaes & Brünjes halverwege 1866 verscheept naar Willemstad op Curaçao, krijgt weer een moderne magazijnbalg.

Inmiddels is er een orgel in aanbouw voor de Grote Kerk in Westzaan. Aanvankelijk zou dit vier spaanbalgen krijgen. Maar omdat de architect van de orgelgalerij een trap ontwerpt die te weinig plaats overlaat voor spaanbalgen, wijzigt Flaes in december 1865 het contract en komt er een magazijnbalg onder de hoofdwerklade in de orgelkas.

Trapinstallatie
Bij alle Flaes & Brünjes-orgels is de trapinstallatie, voor het brengen van lucht in de balgen, uitgevoerd als voetpomp.

Tot slot
Het orgel dat in de oudejaarsdienst van 1866 in de Doopsgezinde Kerk in Alkmaar in gebruik wordt genomen, is het laatste met de klassieke spaanbalgen. Vanaf 1867 komen er uitsluitend magazijnbalgen uit de werkplaats van Flaes & Brünjes.

Het Flaes & Brünjes-orgel (met ouder front) dat op 31 december 1866 in de Doopsgezinde Kerk in Alkmaar in gebruik is genomen. Het is het laatste instrument met spaanbalgen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Het raadsel van Hiaure

Er zijn twee orgels uit Flaes’ laatste levensjaren bekend, die oorspronkelijk vrijwel identiek zijn. Opvallend is dat beiden van een neogoti...